"De oceaan stort zich tweemaal per etmaal met gigantische golven uit over het land, zodat men zich bij deze eeuwige strijd van de natuur afvraagt of dit stuk grond tot het land of tot de zee behoort.Er woont daar een armzalig volk op hoge terpen en eigenhandig gebouwde stellages, zodat hun huizen uitsteken boven de hoogste bekende waterstanden, maar ze lijken op schipbreukelingen wanneer het water is geweken.’’ Plinius de Oudere, 47 na Chr. Hij noemde het volk dat er woonde "watermensen, en vis is het enige dat ze hebben."